Spelregels

Algemeen
Het doel van het spel is om één van je pionnen als eerste in het gekleurde vakje (de kleur van je pion) te krijgen. Er wordt gespeeld met speelkaarten die een waarde vertegenwoordigen en waardoor je je pion kunt verplaatsen. Je mag iedere kant op die je wilt.

Op de zwarte posities staan ‘hindernissen’ die opgeruimd moeten worden om er langs te kunnen. Deze kun je wegnemen als je op de hindernis komt, waarna je de hindernis opnieuw op het bord kunt plaatsen. Je kunt hiermee dus voor je tegenstander nieuwe hindernissen opwerpen of een verdediging voor je eigen pionnen opstellen. Op de buitenste ring van het speelbord mogen geen hindernissen worden geplaatst.

Begin opstelling
De gekleurde pionnen worden op hun beginvak gezet en de zwarte hindernissen op de zwarte vlakken. Uit het kaartspel gebruiken we de kaarten: Aas, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven en boer. Het spel wordt gespeeld met 32 kaarten. De kaarten worden gedeeld in 2 rondes van 4 kaarten. De speler naast de deler begint het spel. 

Waardering van de kaarten

Aas           1 zet

Twee        2 zetten

Drie          3 zetten

Vier          4 zetten

Vijf           5 zetten met pion tegenstander

Zes           6 zetten

Zeven      7 zetten die je mag verdelen over max 2 pionnen

Boer        ruil pion met tegenstander